Blog Mama en Zo 2015-2016

Van maart 2015 tot april 2016 was ik een vaste blogger voor Mama en Zo. Elke twee weken schreef ik over mijn belevenissen als moeder van Julian, mijn zoon van drie (later vier), en als zwangere vrouw van de in februari 2016 geboren Daniel, mijn tweede zoon.

7nov

Ballonnen

balloons-gecomprimeerdOveral in huis vind ik ballonnen. Midden in de woonkamer, onder de eettafel, onder de bank. Blauwe, gele en rode ballonnen. Ietwat verschrompelde ballonnen, grote stevige ballonnen en een mega ballon van een animatiefiguur. Sommige ballonnen zijn versierd met stickers, andere bekrast met stift en slechts enkele zijn gewoon kaal…leeg…ongeschonden.

Dora
De ballon van de animatiefiguur zweeft al vier maanden door de kamer. Dora, een meisje dat samen met haar aapvriendje Boots avonturen beleefd op Nickelodeon, heeft het helemaal gemaakt in de peuterwereld. Je kunt Dora-poppen kopen, Dora- kleding, – speelgoed en dvd’s, en dus ook prachtige, met helium gevulde, Dora-ballonnen. Een tijd lang heeft zij ons lachend vanaf het plafond aangekeken, tot de helium begon uit te werken. Langzaam veranderde het strakke, vrolijke meisje in een verschrompelde oude dame en verruilde ze haar plekje aan het plafond voor een willekeurige plek op de grond. Door een gaatje vlak onder haar rechtervoet kon ik keer op keer nog wat leven in haar blazen, maar zweven langs het plafond is al weken, zo niet maanden, verleden tijd.

Knaleffect
Dat al die ballonnen getolereerd worden hier in huis, is me eigenlijk een raadsel. Zelf heb ik namelijk een hekel aan die dingen. Met name omdat ze kapot kunnen gaan en dat toch wel vaak gepaard gaat met een harde knal waar ik, of ik het zie aankomen of niet, altijd van schrik. Wanneer mijn drie jarige zoontje nietsvermoedend op de ballon gaat hangen, er speels zijn tanden inzet of er naar mijn idee iets te hard met zijn vingers over wrijft , ben ik mij al aan het vermannen om de komende schrik te kunnen incasseren.

Overgooien
‘Ga je met mij overgooien, mama?’, vraagt hij regelmatig. We hebben dan beiden een ballon in de hand en die gooien we dan naar de ander. De bedoeling is natuurlijk dat de ballon in een keer gevangen wordt. Als dit een aantal keren achter elkaar lukt, wil hij vaak dat ik alle twee de ballonnen tegelijk naar hem gooi en dan zal hij ze allebei vangen. Dit lukt misschien een op de twintig keer, tot zijn grote frustratie. Boos en verdrietig wordt hij als het hem niet lukt. En toch wil hij doorgaan en snauwt dan door zijn tranen heen: ‘Nog een keer mama, nog een keer!’

Ballonnenpauze
Sommige ballonnen gaan heel lang mee, andere lopen al snel leeg. Als de kleine man naar bed is help ik het merendeel daarbij door met een schaar een klein sneetje in het plastic aan te brengen. Als hij de volgende dag dan verbaasd vraagt waar alle ballonnen zijn gebleven zeg ik: ‘Ja, de lucht is er nu al uit helaas, maar dat geeft toch niet? Dan nemen we gewoon even een ballonnenpauze.’

Uit archief: 2015, 25 april

11sep

Mijn peuter, mijn maatje

mom-and-kid-huggingMijn zoon is ruim drieënhalf  jaar oud. Hij is een turbulent jongentje, een wijsneus en zeer bijdehand. Oost-Indisch doof en stoïcijns wanneer het mijn boze stem vol ontzeggingen betreft. Maar ziet hij mij ook maar enigszins droevig kijken, dan komt hij als volleerd maatje, zo een waar je altijd bij terecht kunt, naar me toe, pakt mijn gezicht tussen zijn handjes en zegt troostende dingen als ´Als je met mij wil spelen, mag je gewoon met mij spelen hoor´.

Vriendschap

Dat ik eigenlijk sip kijk omdat ik straks door de regen met hem boodschappen moet gaan doen, doet er dan niet toe. Ik ben op zulke momenten gewoon ontroerd door zijn schijnbaar meelevende reactie, zijn vriendschap.

Hulpvaardig

Net als de momenten waarop ik de vaatwasser in kijk en zucht omdat ik zie dat hij nog niet is uitgeruimd. Hij vraagt niet meer waarom ik zucht maar snelt naar mij toe om me te helpen door zeker drie borden aan te geven voordat hij weer terug loopt naar zijn speelgoed.

Flexibel

Als ik hem een toetje beloof omdat hij zijn eten op heeft gegeten en ik schrik wanneer er in de koelkast helemaal geen toetjes te bekennen zijn, vraagt hij niet waarom ik schrik. Daarentegen zegt hij ‘Geeft niet mama, ik eet dan wel twee toetjes op een andere dag’.

Gul

En als hij thuis komt van het kinderdagverblijf, vertelt dat ze er frietjes hebben gegeten en ik quasi teleurgesteld roep ‘Oh, lekker, maar heb je niets voor mij overgehouden dan?’ stelt hij mij gerust met het antwoord ‘Volgende keer zal ik één frietje voor jou bewaren’.

Meevoelen

Een tijdje terug ging ik voor een paar dagen naar Groningen. ‘Bel even als je bent aangekomen,’ had mijn man gezegd.  Van Julian kreeg ik een knuffel, een hele lange, en een kus. ‘Dáág’ riep hij nog toen ik de deur uit liep, terwijl hij al terug rende naar zijn duplo blokken. Drie uur na vertrek uit Amsterdam belde ik naar mijn man. Ook sprak ik even mijn zoontje. De woordenstroom die mijn richting op kwam had een gebrekkige samenhang. Toch was het heerlijk om naar te luisteren. Het was zo kort geleden dat ik hem terug naar zijn duplo had zien rennen, maar toch leek hij nu al dagen lang van me verwijderd. Ik eindigde na een tijdje het telefoongesprek met de woorden ‘Nou dag lieverd!’ Misschien voelde hij aan dat ik hem op dat moment wel bij me had willen hebben…want daar was hij weer, mijn lieve bijdehante zoontje met zijn troostende woorden ‘Mama, als je mij mist, mag je gewoon naar mij toe komen hoor’.

Uit archief: 2015, 11 april

7sep

Ik kan het!

ik-kan-hetHij is al heel lang groot en hij gaat al bijna naar school.  Dat hij bijna vier jaar op deze wereld is geeft Julian zijns inziens het gevoel dat hij alle wijsheid in pacht heeft. Dat, samen met zijn overtuiging dat hij zo sterk is als de hulk, zo behendig  als spiderman en zo snel als superman, maakt hem soms ontzettend onuitstaanbaar. ‘Maar ik KAN het’ is een uitroep die hij regelmatig gebruikt.

Superman

Wanneer hij vanaf boven aan de trap een ballon naar beneden wil gooien, om deze vervolgens voorbij te rennen zodat hij die van beneden weer op kan vangen, kaatst bij mij op weerstand. Mijn ‘Niet spelen op de trap’, ‘Niet rennen op de trap’ en een wat dreigender ‘Als je per ongeluk uitglijdt of struikelt duikel je zo naar beneden en ga je stuk’ worden boos beantwoord met het inmiddels beruchte ‘Maar ik KAN het’.

Spiderman

Wanneer ik op het aanrecht ben geklommen om servies dat niet gebruikt wordt op de bovenste plank van het keukenkastje te plaatsen, hijst meneer zich al met een knietje op het aanrecht, een arm reikend naar een van de borden die klaar staan om verplaatst te worden, vastbesloten zijn titel als man des huizes vorm te geven.

Hulk

Wanneer ik boven op een trap de ramen sta te lappen en ik opeens krachtig aan de kant word geduwd door de kleine man die met een wisser in zijn hand met vastberaden blik het taakje van mij wenst over te nemen.

(Samen) winkelen

Natuurlijk ben ik trots wanneer we door de supermarkt lopen, hij de producten scant, ze in mijn tas stopt en het wagentje voortduwt tot aan het volgende product. Maar wanneer hij bij onze laatste stop mijn pinpas bijna weggrist en eist dat HIJ mag betalen, zelfs wegrent met de scanner als ik ‘nee’ zeg,  houdt dat trotse gevoel niet bepaald stand. Het zo gemoedelijke tafereeltje verandert dan plots in een waarbij een moeder met diepe frons tussen haar ogen, haar totaal verontwaardigd huilende kind aan zijn mouw meetrekt naar het afrekenapparaat en onder zijn protest  zelf betaalt. Snikkend naast me die krachtige welwillende jongen… ‘Maar mamaaaa…. Ik… KAN… het’.

Uit archief: 2015, 11 april

© Copyright 2014, All Rights Reserved
%d bloggers liken dit: