Mijn zoon is ruim drieënhalf jaar oud. Hij is een turbulent jongentje, een wijsneus en zeer bijdehand. Oost-Indisch doof en stoïcijns wanneer het mijn boze stem vol ontzeggingen betreft. Maar ziet hij mij ook maar enigszins droevig kijken, dan komt hij als volleerd maatje, zo een waar je altijd bij terecht kunt, naar me toe, pakt mijn gezicht tussen zijn handjes en zegt troostende dingen als ´Als je met mij wil spelen, mag je gewoon met mij spelen hoor´.
Vriendschap
Dat ik eigenlijk sip kijk omdat ik straks door de regen met hem boodschappen moet gaan doen, doet er dan niet toe. Ik ben op zulke momenten gewoon ontroerd door zijn schijnbaar meelevende reactie, zijn vriendschap.
Hulpvaardig
Net als de momenten waarop ik de vaatwasser in kijk en zucht omdat ik zie dat hij nog niet is uitgeruimd. Hij vraagt niet meer waarom ik zucht maar snelt naar mij toe om me te helpen door zeker drie borden aan te geven voordat hij weer terug loopt naar zijn speelgoed.
Flexibel
Als ik hem een toetje beloof omdat hij zijn eten op heeft gegeten en ik schrik wanneer er in de koelkast helemaal geen toetjes te bekennen zijn, vraagt hij niet waarom ik schrik. Daarentegen zegt hij ‘Geeft niet mama, ik eet dan wel twee toetjes op een andere dag’.
Gul
En als hij thuis komt van het kinderdagverblijf, vertelt dat ze er frietjes hebben gegeten en ik quasi teleurgesteld roep ‘Oh, lekker, maar heb je niets voor mij overgehouden dan?’ stelt hij mij gerust met het antwoord ‘Volgende keer zal ik één frietje voor jou bewaren’.
Meevoelen
Een tijdje terug ging ik voor een paar dagen naar Groningen. ‘Bel even als je bent aangekomen,’ had mijn man gezegd. Van Julian kreeg ik een knuffel, een hele lange, en een kus. ‘Dáág’ riep hij nog toen ik de deur uit liep, terwijl hij al terug rende naar zijn duplo blokken. Drie uur na vertrek uit Amsterdam belde ik naar mijn man. Ook sprak ik even mijn zoontje. De woordenstroom die mijn richting op kwam had een gebrekkige samenhang. Toch was het heerlijk om naar te luisteren. Het was zo kort geleden dat ik hem terug naar zijn duplo had zien rennen, maar toch leek hij nu al dagen lang van me verwijderd. Ik eindigde na een tijdje het telefoongesprek met de woorden ‘Nou dag lieverd!’ Misschien voelde hij aan dat ik hem op dat moment wel bij me had willen hebben…want daar was hij weer, mijn lieve bijdehante zoontje met zijn troostende woorden ‘Mama, als je mij mist, mag je gewoon naar mij toe komen hoor’.
Uit archief: 2015, 11 april
Had het natuurlijk al gelezen, maar blijft altijd mooi. En de laatste zin is ontroerend.