Blog

19okt

Een zoon erbij – deel twee

“Lieve Feline,

Hier zit ik dan, samen met Julian … en best wel veel speelgoed. Speelgoed waarmee Julian nog speelt. Maar ook speelgoed waar niemand mee speelt … hij niet omdat het een jongetje is … en ik niet omdat ik er een beetje te oud voor ben geworden.

Ik heb er zelf vroeger wel mee gespeeld en al die tijd bewaard voor een ander meisje dat er mee zou willen spelen.

barbiesHet zijn vier barbiepopjes, mét kleertjes. De bedoeling is dat je de popjes uit gaat kleden en dan met andere kleertjes weer aan gaat kleden. Oh, maar pas op!! Er zijn ook kleine voorwerpjes bij, zoals schoentjes. Die moet je niet in de buurt van je zusje leggen, want dan eet ze ze misschien op en dat is niet goed natuurlijk … dus hou alles maar goed voor jezelf.

Ik hoop dat je alles mooi vindt. barbie kleertjesDie rode Spaanse dansjurk vind ik het mooiste … die heeft mijn oma nog gemaakt. Goed hè!?

Heel veel plezier ermee en hopelijk zien we elkaar snel weer eens.

Dikke knuffel, Valérie (voor jou, tante Vallebal 🙂 )”

3okt

Een zoon erbij

Wij krijgen er een zoon bij. Hoewel het voor mij enigszins logisch klinkt omdat Julian een jongetje is en ik daardoor het gevoel heb dat er uit mij alleen jongetjes komen, was ik toch een beetje beïnvloed door mensen uit mijn omgeving die het sterke vermoeden hadden dat ik een dochter zou krijgen. Een dochter … gek idee, maar wel bijzonder. Ik ben natuurlijk zelf ook dochter en de band die ik met mijn moeder heb en die zij vooral ook met mij heeft is zeker speciaal te noemen. Mijn moeder weet bijna alles van mij. We zien elkaar misschien niet eens zo vaak en soms bellen we elkaar wekenlang niet, maar vaker dan dat denk ik dat ik haar toch zeker een keer per week spreek. En dan komt er van alles voorbij, van werk en hobby’s tot manlief en de opvoeding van Julian. Met haar kan ik wat af kletsen, vooral als er geen mannen in de buurt zijn die zich aan dat geouwehoer zouden kunnen storen 😉 en zo is het eigenlijk altijd al geweest. Dus ja, een dochter, dat zou bijzonder zijn … geweest.

Ik had me daar al een beetje een voorstelling van gemaakt, stiekem. Zo’n meisje dat misschien door dezelfde pubertijdsperikelen zou gaan als ik vroeger en voor wie ik dan luisterend oor en klankbord zou kunnen zijn, iemand die begrijpt wat ze doormaakt en weet hoe dergelijk ongerief verzacht kan worden. En dan denk ik met name aan het vele liefdesverdriet en het nog ontbrekende zelfvertrouwen. Natuurlijk zullen jongens in hun pubertijd ook met moeilijkheden kampen, en wellicht ook vergelijkbaar materiaal, maar dat lijkt me toch anders en is bovendien voor mij redelijk onbekend terrein.

Ook zag ik voor me hoe het meisje mij dan ook later zou gaan vertellen over háár zwangerschap en hoe ik dan zou vertellen hoe het voor mij was toen zij in mijn buik zat, wetende dat ze daar nu een levendige voorstelling van zou kunnen maken. Uiteraard mag ik het mogelijk beeldende vermogen van de jongens niet onderschatten, maar als ik later mijn ervaringen ga delen met de heren wanneer hun vrouwen zwanger zijn, vermoed ik zomaar dat er weinig oprechte interesse zal zijn in mijn verhaal. Misschien wél bij hun vrouwen, als ze dol zijn op hun mannen en daardoor alles willen weten dat ook maar enigszins met hen te maken heeft.

Julian na de kapperMaar ik krijg een zoon. Toen Julian twee…drie jaar oud was en we probeerden ons gezin uit te breiden was ik bang voor een tweede zoon. De drukte van Julian was overweldigend en het opvoeden van hem ervaarde ik regelmatig als uitermate zwaar. De strijd die ik vaak moest leveren om grenzen te kunnen stellen vond ik echt heel naar… ik was zo vaak boos op hem, hij op mij, ik voelde me dan een heks van een moeder, en vond hem dan een draak van een zoon. Ja, ik vreesde voor een tweede jongen. Dat zou ik niet redden, nee, ik zou dat niet overleven, vreselijk dat gevoel. Maar nu, sinds Julian op school is begonnen, sinds dat stellen van grenzen van de afgelopen jaren zijn vruchten afwerpt en Julian vooral ook veel bewuster wordt van zichzelf en zijn omgeving, is de liefde voor hem wel zo ongekend gegroeid dat ik er soms spontaan emotioneel van word.

En feit dat ik nu heb ervaren dat het dus allemaal meer dan goed komt heeft mijn vrees voor een tweede druktemakertje compleet weggenomen. Laat maar komen!

Tja…dus…nee, het heeft waarschijnlijk nu geen zin meer om mijn barbiepoppen van vroeger te bewaren. En ook het minstens dertig jaar oude punniksetje en de kraaltjes die ik vanmorgen in een doos terug vond kan ik misschien maar beter weggeven aan een jong dametje. Het past allemaal vast wel in dat schattige (inmiddels vintage) rieten tasje dat ik ook heb bewaard, eentje met bloemetjes aan de voorkant….

En ook realiseer ik me dat tegen de tijd dat de jongens uit huis gaan, als ze gaan samenwonen met een mogelijk vriendinnetje, dat ik wellicht minder van ze zal horen. Want dan staat er een andere vrouw op nummer één. En misschien doet dat dan een klein beetje zeer. Maar ik ben vastberaden, tot die tijd zal ík die vrouw proberen te zijn voor ze. Eentje die ze zal steunen door dik en dun, bij wie ze al hun zorgen en ergernissen kwijt kunnen, met wie ze hun successen kunnen delen en waarmee ze kunnen lachen en huilen. De band zal misschien niet zo ver strekken als wanneer ze dochters zouden zijn, maar ik heb onderhuids een overtuigd vermoeden dat onze band hoe dan ook sterker zal zijn dan dat ik ooit voor mogelijk had geacht…

7sep

158 bpm

Toen we voor een 10-weken echo naar de echoscopiste gingen werd ons alleen maar goed nieuws verteld. Het kindje leek het naar de zin te hebben in de buik, sprong en draaide flink toen het echo-apparaat onderaan mijn buik drukte. Later, thuis, sloeg de onzekerheid weer toe bij mij en Menno. ‘Ik heb geen hartje gezien, jij?’… ‘Nee…ik had het ook wel willen zien kloppen, maar het kindje bewoog toch?’ … ‘Maar wat als dat alleen maar kwam omdat dat apparaat op mijn buik werd gezet en dat het kindje gewoon omhoog duwde?’

Tijdens de 12-weken echo vroegen we dan ook nadrukkelijk of de echoscopiste ons het knipperende lichtje wilde laten zien. Natuurlijk kon dat, sterker nog, we mochten het ook nog horen! En ja hoor, daar hoorden we het snelle geroffel van het hartje. Niet helemaal gerustgesteld wilde ik natuurlijk ook nog een klein beetje beweging zien om de bevestiging dat het daar binnen goed ging te bevestigen. Want hey, het kan toch dat er gewoon een knop op het echo-apparaat zit met het label ‘hartslag baby 12wk+’ en dat die wordt ingedrukt wanneer ouders zo nodig een hartje willen horen?

AngelSoundsEen weekje later kreeg ik van mijn zusje Mawgosia de controle zelf in handen. Zij stuurde mij de Angel Sounds. Het is een doptone, een apparaatje waarmee je naar het hartje van je ongeboren baby kan luisteren. Liggend op de bank, wat bijgeleverde gel op mijn buik en koptelefoon op, zocht ik mijn buik af op zoek naar de baby. Ik voelde enige druk aan de rechterkant en pats, gelijk raak, een snelle maar stevige regelmatige beat klonk als muziek in mijn oren. Een traan gleed uit mijn rechter ooghoek en blij heb ik zowel Menno als Julian het geluid laten horen. Ook Julian kon een verwonderde glimlach niet onderdrukken en fluisterde ‘is dat de baby?’

Vorige week maandag lag ik weer op de bank, dit keer bij de verloskundige. Blasé als we dachten te zijn omdat we nu zelf naar het hartje konden luisteren, zonder tussenkomst van iemand in het ziekenhuis, werd ik toch even blij verrast door het heldere geluid van de dubbele hartklepjes, dat daar uit de speakers kwam. 158 bpm las Menno af op het apparaat.

Ik luister niet te vaak nu…misschien een keer per week. Elke keer ben ik weer verwonderd over het feit dat er iets leeft in mijn buik. Alsof ik het nooit eerder heb meegemaakt, terwijl het bewijs toch echt aan mijn hand naar school liep vanmorgen. Wat Julian betreft zou het volgende week al uit mijn buik komen, dus die heb ik ’t weekend een stukje laten zien van de 3D dvd van zichzelf, in mijn buik bij Dr. Papa, met vijfentwintig weken. Nieuwsgierig keek hij naar het beeld op de televisie, een close-up van een klei-kleurig wezentje dat daar rustig lag te slapen. Op een gegeven moment werd er van 3D naar 2D overgeschakeld en zag je een echo-beeld van de baby. Toen we Dr. Papa hoorden zeggen ‘Kijk, en dit is het hartje’, begon Julian te stralen bij het zien van dat snelle knipperende lichtje. Glunderend keek hij me aan en zei zacht ‘dat is mijn hartje mama’ en legde zijn hand op zijn borst…

24aug

Een pondje meer of minder

Het was zondag 17 mei toen ik op de weegschaal stond bij de WW. Tijd om wat te doen aan die, wat waren het, zes à zeven overtollige kilo’s. Ik kan heel erg goed en gezond eten, maar als ik ook maar weet dat er ergens in huis een zak chips of snoep is verstopt door manlief, dan ga ik er naar op zoek. Ik kan het niet helpen, echt niet! En dan nog de smoes van ons project ‘zwanger worden’. Tijdens de zwangerschap mag je namelijk niet afvallen. Dus wat heeft het dan voor zin om mijn eetgewoontes aan te passen als ik ze straks toch weer terug moet veranderen? En dat ik misschien niet zwanger word en al die tijd dus wat gewicht had kunnen verliezen, ja, dat is dan zonde, dus misschien dan toch…maar nee zeg, dat klopt niet. Laten we eerst maar eens proberen een zwangerschap te volbrengen, en dan zie ik daarna wel weer verder…

Wat een gezwam eigenlijk. Maar ja, zo werkt dat nou eenmaal bij mij. Ik heb jaren geleden een keer gezegd dat ik eerst wilde afvallen (toen had ik zo’n elf overtollige eenheden aan mijn lijf hangen), dan een nieuwe garderobe en daarna zou ik naar de kapper om eindelijk eens die lange haren af te laten knippen. Mijn broer zei toen ‘Waarom ga je niet nu naar de kapper, heb je in ieder geval alvast een leuke coupe!’ HUH? Heel gek klonk dat. Ik had gegrinnikt, het voorstel weggewuifd, want nee, dat kan niet, nee, dat hoort niet zo. Toch?… Maar ik ben er over gaan nadenken, en nu, heel af en toe durf ik ‘gek’ te doen. Zo zat ik dus ruim drie maanden terug te luisteren naar de coach die mij ging helpen om weer een voedzame weg te volgen richting gewenst gewicht…terwijl ik wist dat ik binnenkort wellicht zwanger kon zijn en er dan mee zou moeten stoppen! Jaaaa, gekke Val.

En ja hoor, nog geen vier weken later testte ik positief. Had ik dat geweten…

WW.240815Toch ben ik in vijf weken tijd drie kilo kwijt geraakt. Ik had misschien nog eventjes (zonder nadelige gevolgen voor de vrucht) door kunnen gaan met het programma, was het niet dat mijn eetlust verdween en ik na twee slokken water al kokhalsneigingen kreeg. Dus die twee liter per dag zou ik never nooit niet gaan halen.

En nu, ik ben veertien weken zwanger en bijna terug op het gewicht waarmee ik 17 mei bij de WW-cursus aankwam. Niet verkeerd, als je bedenkt dat ik nu met zeker drie kilo meer had kunnen rondstappen, hetgeen zo’n beginnende zwangerschap toch heus nog een beetje zwaarder maakt…lijkt me. Geen slecht idee dus, af en toe even ‘gek’ doen. 🙂

10aug

Extra dagen

Echo 12 weken IVandaag een week geleden, na wekenlang zonder schrijflust gezeten te hebben, moest er toch iets uit mijn hoofd: onderstaand relaas van mijn gedachten.

Ik was 1000 maal sceptischer over mijn zwangerschap dan nu (een paar dagen na de succesvolle 12 weken echo).

Zou ik wellicht ‘gehoord’ zijn?

‘Wat als vandaag je laatste dag was’, hoorde ik niet heel lang terug op de radio. In mijn hoofd kon ik menigeen zien opspringen, werk of huis verlatend op weg naar gezelligheid, mooi weer, verre landen, lekker eten…Wat een genot! Maar wat als dat niet lukt?

Als ik als bijrijder in de auto zit, we voor het stoplicht even stil staan en ik de omgeving kan observeren, vind ik het al zo opvallend dat anderen helemaal geen last hebben van energieverlies of misselijkheid. De gezichtsuitdrukking van de mensen op de fiets, die een stukje verder ook voor een stoplicht staan te wachten, is rustig en verraadt dat ze niet zo bewust zijn van hun maag en beperkte grootte van hun strot als dat ik ben. Wanneer hun stoplicht op groen gaat, zetten ze af en peddelen bovendien actief vooruit zonder ook maar het idee te geven dat ze er na twee keer trappen al moe van zijn geworden.

Toen ik daarentegen vanmiddag twee trappen naar boven liep, met een tussenstop bij de wasmachine om met wasmand en al boven aan te komen, was ik buiten adem. Mijn hart klopte ontzettend snel en beukte tegen de al aanwezige prop in mijn keel. Een luide hik en boer volgden en voordat ik echt zou gaan kokhalzen, moest ik gewoon even gaan liggen. Geen pretje in die warme kamer, het maakte me dorstig. En hoewel de smaak van water zo heerlijk is als ik er een paar slokken van neem, is de impact voor mijn maag wel zo ontzettend vervelend dat ik huiverde bij de gedachte aan drinken.

Een aanstelster ben ik, natuurlijk! Er zijn vrouwen in dezelfde toestand die een aantal keren per dag hun maag legen boven de pot en van vermoeidheid niet meer op hun benen kunnen staan. Ik kan gewoon werken, heb in de afgelopen vier weken slechts twee keer mijn eten naar buiten zien komen en krijg thuis alle steun die ik me maar wensen kan. En bovendien, waar gaat het over!! Er groeit een kindje in mij, een broertje of zusje voor Julian. Het heeft al armpjes en beentjes en op de laatste beelden beweegt deze ze alsof het zijn lust en zijn leven is. En toch…Ik vertel het wel, ik zie de woorden op papier, ik heb de beelden gezien, maar het is net of ik iets vertel wat straks weer voorbij is. Alsof je vertelt over een mooie vakantie waar je zo aan toe was en die je zo verdiend had. Iedereen is blij voor je, maar over een tijdje is die vakantie toch echt al lang voorbij en dan wordt er niet meer over gesproken.

Dat krijg je wellicht wanneer je in twee jaar gewend bent geraakt aan afgebroken zwangerschappen. De afgelopen vier keer mocht het niet baten. Weliswaar ben ik nu verder in de zwangerschap dan de vier hiervoor, nu, elf weken, maar evengoed blijf ik op mijn hoede.

Was ik nog maar zo onbevangen als de keer dat ik van Julian zwanger was. Last had ik vrijwel niet, de zwangerschap ging voorspoedig en ik liet alles gewoon op me af komen. Zelfs na de geboorte was die onbewuste houding nog merkbaar. Na drie dagen moest Menno naar de winkel snellen om toch echt een paar extra rompertjes te kopen. We waren namelijk al snel door de twee aanwezige heen :-).

Maar nu, nee, ik ben niet meer onbevangen. Ik ben ook nog steeds bang dat mijn lijf me weer voor de gek houdt, dat het leven in mijn baarmoeder is gestopt terwijl ik nog wel uitermate last heb van de symptomen. Het is me eerder gebeurd. Het heeft al armpjes en beentjes, het beweegt…het hartje klopt. En toch kan ik er geen band mee krijgen. Mijn misselijke gevoel, mijn energieverlies, de mogelijke hoax overheerst nog.

Als vandaag mijn laatste dag was? Dat zou niet eerlijk zijn. Ik heb er wel over nagedacht en ik zou de dag dan maar gewoon uitzitten. Letterlijk. Me in mijn lot berustend. Diep van binnen hopend op heel veel extra dagen. Zodat dit kindje de kans krijgt te laten zien dat hij of zij echt is, geen valse grap. Dus alsjeblieft, geen laatste dag voor mij, extra dagen, noem ze coulance dagen, daar hoop ik op.

Uit archief: 2015, 3 augustus

1jun

Wanneer is het genoeg?

Al fietsend door de stad kom ik altijd verhalen tegen. Dat kunnen verhalen zijn die mensen mij laten zien, zonder zich er bewust van te zijn. Voorwerpen kunnen ook een hele geschiedenis overbrengen, vooral wanneer  in mijn hoofd personificatie van het wezenloze object heeft plaats gevonden. Mijn hersenen draaien overuren wanneer ik door de verhalen die ik zie van de ene gedachte in de andere terecht kom. Zo ook een week geleden…

Op de stoep liep een nette jongeman, mooi pak aan, goeie kop. De uitdrukking op zijn gezicht veranderde van neutraal in een ‘hè, hoe zit dat dan, huh?’, inclusief openvallende mond en verbaasde blik. Misschien zag hij iets waar ik nu net niet naar keek, dat kan natuurlijk. Ik moest er in elk geval om glimlachen want zou hij met iemand in gesprek zijn, dan is zo’n non-verbale uiting nog wel te plaatsen, maar nee, hij liep alleen. Dus dan moet het wel een hele sterke gedachte zijn geweest die hem zichtbaar overviel.

Ik zie dat wel eens bij Julian. Die kan ook zo welgemeend verrast kijken als hij opeens met een bons ontdekt dat hij niet door een glazen deur kan lopen. Enorm grappig om te zien natuurlijk, helemaal omdat hij zich er nog niet helemaal van bewust is dat ik zijn expressie waar kan nemen. En vooral: daardoor zijn gedachten kan lezen. Dat is de reden waarom hij met de jaren zal leren zijn blikken te controleren, iets wat wij, volwassenen, al doen. Er is immers niets zo erg als wanneer je bij vrienden bent uitgenodigd om te komen eten, je het eten niet lekker vindt en je die ontdekking uit door je gezicht naar achteren te trekken terwijl je met een luid ‘bleugh’ je tong uitsteekt. Dat doe je gewoon niet. 🙂 Nee, je slikt het vieze maaltje door, laat een optimistisch ‘hmm, zo heb ik het nog nooit gegeten’ klinken en glimlacht naar de gastheer- of vrouw.

150514 Keukenhof samenJulian zal dat nog wel leren…van mij, van zijn vader en door met andere kinderen om te gaan. Net als alle andere ontwikkelingen die hij nog mee zal maken, probeerde ik te visualiseren hoe hij eigenlijk zou zijn als bijvoorbeeld jongeman. Zou hij dan ook over straat lopen in zo’n mooi pak. Gek idee dat ik al die tijd naast hem zal staan, figuurlijk gezien dan, en hem mede zal begeleiden door alle verschillende fases.  Tot twintiger…tot dertiger…Hoe zou hij trouwens zijn als vijftiger flitste er opeens door mijn hoofd… en hoe als oude man van tachtig? Dat laatste zal ik sowieso niet weten, want  116 is niet echt een leeftijd waar ik op mag rekenen.

Maar ineens kreeg ik er een onbestemd gevoel bij toen ik dacht aan het feit dat ik een deel van zijn leven er niet zal zijn, niet zal mogen meemaken.  Als ik nu zou wegvallen zou dat verschrikkelijk zijn, ik ben nog zo benieuwd naar hoe hij het op school gaat doen, hoe hij zal zijn als hij zelfstandiger wordt, hoe hij er uit zal zien als tiener, wat hij gaat worden en waar zijn passie ligt. Ik kijk er echt naar uit dat allemaal te mogen meemaken. Om groei, in alle opzichten, van zo dichtbij te mogen ervaren, dat kan alleen bij je eigen kind. Dat voelt echt heel bijzonder!

Tegelijkertijd vraag ik me af of mijn eigen moeder dat ook zo heeft beleefd. Zij is de ervaringsdeskundige op dit gebied. Zij heeft in hetzelfde schuitje gezeten als ik nu. En dan niet eens één keer, maar vijf keer. Misschien niet zo bewust als ik, maar zij zal zich toch ook hebben verwonderd over alle ontwikkelingen, zo enorm verschillend van elkaar ook, van al haar kinderen?

Maar wanneer ben je verzadigd… voldaan. Ik kan me er niets bij voorstellen. Mijn zoon en ik beginnen zo langzamerhand echt maatjes te worden en ik zie het traject ook wel voor me dat we geleidelijk aan een onafscheidelijke band gaan krijgen, bijna als beste vrienden in voor- en tegenspoed. Ik zie het ook gebeuren dat hij alles aan mij zal vertellen, altijd…tot hij misschien net zo oud is als ik nu ben, veertig jaar. Maar misschien zijn er dan geen echt nieuwe dingen meer en heb ik de allerbelangrijkste momenten van zijn leven al meegemaakt. Ik kan het alleen maar gaan ontdekken, wie weet hier nu het antwoord op? Ja, mijn moeder zou het kunnen weten. Is zij misschien al verzadigd? Voldaan?

Wanneer heb je voldoende van je kinderen gezien? Wanneer kan ik me met een gerust hart overgeven aan de gedachte dat ik geen 116 jaar zal worden en mijn liefste mannetje niet oud zal zien worden. Wanneer verdwijnt die enorme behoefte om hem vooruit te zien gaan, te zien groeien en vooral ten tijden daarvan er een flinke steen aan te mogen bij dragen? Wanneer verdwijnt dat intense gevoel van houden van naar de achtergrond om plaats te maken voor een normale behapbare portie liefde? Wanneer weet ik dat het , als ik ooit afscheid moet nemen, niet die ondraaglijke pijn gaat doen die ik nú al voel als ik er maar even aan denk? ‘Mam, vertel eens, weet u het al?’

18mei

Brieven, ouderwetse brieven

Kennen jullie het fenomeen ‘brieven schrijven’ nog? Je weet wel, je pakt een vel papier, liefst echt briefpapier, een lekker schrijvende pen (is parker nog altijd favoriet?) en je begint te schrijven. Aan iemand, dat is wel het voornaamste. Dus niks geen geklik op ‘nieuw bericht’ met als onderwerp iets dergelijks als ‘dat is lang geleden’. Nee gewoon ‘Lieve…’ of ‘Beste …’ of ‘Hey hallo … !’ mag natuurlijk ook, bovenaan de brief en dan gaan met die pen.

Freewriting, de training
Een aantal maanden geleden ben ik gestart met ‘freewriting, de training’, van Marjon Sarneel. Terug naar mijn schrijversroots moest ik. Met de hand schrijven, op papier met een pen, zonder te stoppen! Ik kan je vertellen dat ik na tien minuten al spierpijn kreeg en bovendien kwam er niets zinnigs op papier. Maar toch vond ik het leuk, ik wist nog niet goed waarom. Bijna elke dag schrijf ik nu een kwartier. Ik schrijf over waarom ik wil schrijven, ik schrijf over de spierpijn in mijn hand, ik schrijf over mijn handschrift en hoe vaak ik dat in mijn tienerjaren wel niet heb veranderd, ik schrijf to-do lijstjes die ik vervolgens probeer af te werken zodat ik…weer kan schrijven…En bij alles komen herinneringen boven aan vroeger, want schrijven was vroeger het liefste wat ik deed.

Brief aan papa 1981Brief aan papa 1981 pag 1Mijn vader
Maar uiteraard wilde ik ook terug geschreven worden. Dat blijkt wel uit een brief die ik in april 1981, ik was toen zes jaar, aan mijn vader schreef. Mijn ouders waren gescheiden en ik woonde bij mijn moeder.

Die arme vader van mij 🙂 Maar het moet hebben geholpen want in hetzelfde archief waar ik dit exemplaar uit haalde vond ik ook een hoop brieven van hem terug.

Penvriendin
Mijn brievenarchief bestaat uit drie zeer volle verhuisdozen en een stel idem dito schoenendozen. De afzenders zijn heel divers, maar slechts eentje spant de kroon. Een meisje dat vroeger in Westdorpe woonde.

Afgelopen week was het precies dertig jaar geleden (!!!) dat ik haar eerste brief ontving. Het begon met een velletje, alleen aan de voorkant geschreven, met een feestelijk getekend haasje en het gebruik van kleurenpennen. Ik was onder de indruk.

Brief Tamara nummer 1.10mei1985 zonder adres Dus natuurlijk stuurde ik een antwoord terug. Brief na brief volgde, steeds meer kantjes, steeds dikkere enveloppen, steeds meer postzegels. We fungeerden op een zeker moment bijna als elkaars dagboek. Ik heb in mijn archief ongetwijfeld meer dan 100 brieven van haar liggen, sommige van wel dertig kantjes of meer!

End of an era
Maar tijden veranderen. We werden volwassen en kregen een drukker sociaal leven, werk, een gezin dat onze tijd opslokte en het schrijven van een brief naar elkaar schoot er bij in. De laatste was geschreven door haar, vermoedelijk zo’n zes jaar geleden. Inmiddels heeft ze mij alweer een tijd terug gerust gesteld dat ze geen brief meer terug verwacht, me niet meer zal plagen met ‘hey, wanneer schrijf je me nou? Jij bent aan de beurt’ en is onze penvriendschap dus na bijna 25 jaar afgesloten…

Maar…nu, na dertig jaar, geïnspireerd door het freewriten, en het feit dat DERTIG JAAR van trouwe vriendschap toch wel iets waard is…heb ik zojuist (ja Tamara, als je dit leest, je leest het goed :-)) mijn misschien wel laatste, of toch niet, handgeschreven brief op de bus gedaan, naar mijn trouwste en liefste penvriendin ♥!

3mei

Back to school

SAM_3140 uitsnedeBizar hoe ik een jaar geleden ‘Het lot in onze handen’ schreef en welke waarheid dit nu al is geworden. Hoewel het officieel nog een wen-dag was, was het voor ons behoorlijk echt toen ik Julian vrijdag naar school bracht. Het schoolhoofd stond in de deuropening en herkende direct Julian als nieuwbakken scholier op zijn school. Vriendelijk reikte hij ons mannetje de hand en met vertrouwen pakte Julian deze aan en zei zijn naam… weliswaar wat zachtjes. Of we de weg al wisten naar de klas van juf Mehtap. ‘Ja, die weten we, hij is er al een paar keer geweest’ zei ik trots. ‘Ik ben Valérie’ stelde ik me vervolgens voor. ‘Ah, van het schrijven!’ zei hij terug. ‘Ja, en straks ook van de Vlaamse Post’ riep ik nog terwijl Julian mij meetrok naar het klaslokaal.

De moeder die zich al die jaren heeft ingezet om alle bijdrages te verzamelen en een plek te geven in het schoolkrantje, kwam ik afgelopen jaar tegen tijdens een avondje squash. Het toeval wil dat haar kinderen dit jaar de school verlaten, die van mij net start en dat ik me nog graag met tekst bezig houd ook! Simpel rekensommetje dus.

Voor het klaslokaal wist Julian precies onder welk stickertje zijn tas en jas moesten hangen en hij ging al voor me uit om zijn broodtrommeltje en drinkfles in het bakje voor het ‘tien-uurtje’ te leggen. Enkele seconden later sloot hij aan bij een ander kindje dat kralen aan het rijgen was. Daar sta je dan… een beetje onwennig, met je compleet zelfverzekerde kleuter…

Het lot in onze handen

Hij ligt in de brievenbus. Vanaf het raam van de deur zag ik de envelop terecht komen bovenop wat andere enveloppen. Het is nog meivakantie en dus zal het nog een week duren voordat de brief zal worden opgepakt en open gemaakt. En dan is het echt, dan zien anderen het ook dat wij hebben gekozen voor de school bij ons in de straat.

Ik zie het opeens voor me dat een dame, de secretaresse van het schoolhoofd natuurlijk, de envelop open maakt en blij verrast is met de aanmelding van Julian op hun school. ‘We hebben er eentje uit onze straat!’ zal ze roepen naar het schoolhoofd. Deze zal vervolgens nieuwsgierig opkijken en vragen of er op staat of de ouders de school bezocht hebben. ‘ja’, zal de secretaresse zeggen ‘hier staat dat ze bij de informatie bijeenkomst in januari zijn geweest’. Het schoolhoofd zal een la in zijn bureau opentrekken, driftig zoeken tussen de papieren in die la en het kladje vinden van die bijeenkomst. Van iedere ouder heeft hij toen wat achtergrond informatie gevraagd en opgeschreven en zo heeft hij de informatie van de Vissers snel gevonden. Een goedkeurend knikje zal richting de secretaresse gaan. De jongen Visser mag zeker op onze school komen, zie ik hem daarbij denken.

In een flits zal hij terug denken aan het moment dat hij heeft gezegd dat een school een buurtschool moet zijn en dat het dus gek zou zijn wanneer kinderen uit deze buurt langs zijn school zouden lopen om naar een andere school te gaan. Een van die overtuigingen waarop ik knikte. Dat herinnert hij zich straks vast. En zo zal hij afdwalen naar die bijeenkomst en ongetwijfeld ook andere waar hij toch altijd zo enthousiast zijn verhaal heeft kunnen doen over zijn school, over de leerkrachten, de kinderen, de projecten, de aandacht voor de ontwikkeling… Een adrenaline boost zal volgen en hij zal trots zijn dat hij over een jaar een jongen als Julian mag verwelkomen!

Of is dat slechts mijn perceptie, mijn hoop, maar bovenal mijn mentale voorbereiding op die nieuwe stap in zijn leven. Een stap die wij hebben beïnvloed door te kiezen waar hij zich verder zal ontwikkelen, met wie en onder leiding van wie. Het is nog niet zo ver, maar heel even, daar bij de brievenbus zag ik het opeens van heel dichtbij…Julian gaat naar ‘de Vlaamse Reus’….reuze spannend!

2014, 28 april

4apr

Flashback

Prikkende ogen van de slaap. Maar slapen kan ik niet. En terwijl ik zit te bedenken wat voor nuttigs ik kan gaan doen, vliegen mijn gedachten terug naar vroeger.

Mijn bureau was geelachtig beige en had stroeve laden zonder knop, die daardoor altijd op een kier stonden. In een daarvan lag vaak een pak met witte chocolade ice cups, meestal aangebroken en helemaal dichtgetaped. Aan de muur foto’s van George Michael en een korrelige zwart-wit kopie van een ex-vriendje.  Een plank met schoolboeken, per vak gesorteerd en een plank met honderden brieven, per schrijver gerangschikt en zelfs genummerd.

StuderenNiks dan een bureaulampje aan en een schoolboek voor mijn neus. Het was vaak vier uur ’s nachts dat ik mijn wekker zette. Dan kon ik nog drie uur leren. Iets wat me de vorige dag of zelfs dagen daarvoor dan niet was gelukt. Soms halverwege, wanneer die prikkende ogen pijn begonnen te doen, legde ik mijn hoofd op mijn boek en sloot mijn ogen. Maar de druk van een proefwerk was te groot om te slapen dus dan ondersteunde ik mijn hoofd maar weer met beide handen, ogen op de letters in het boek gericht.

Als ik het opgaf, het niet meer zag of niks meer in me opnam, haalde ik mijn dagboek tevoorschijn en schreef mijn teleurstelling er in weg. Soms werd ik ook boos op mezelf omdat ik me niet kon concentreren en beukte dan gefrustreerd met mijn knieën tegen de onderkant van het bureau.

Prikkende ogen ook tijdens het maken van het proefwerk. Naar vragen zitten staren en gewoon weten dat het antwoord in dat ene hoofdstuk stond waar je nooit aan toe was gekomen. Als eerste een onvolledig proefwerk inleveren en snel het lokaal uitlopen voordat de leraar van het halflege blaadje naar je opkijkt, ongetwijfeld fronsend.

Nee, doe mij dan maar een nacht als deze…

15mrt

Watje of bullebak…

Ze zat heel stil terwijl de kapster haar haren knipte. Dit in tegenstelling tot haar broertje die de hele zaak bij elkaar krijste zodra er ook maar een schaar, een kam of zelfs een vinger in de buurt van zijn haar kwam. Wat een geluk, dacht ik nog, Julian vindt een bezoek aan de kapper nooit erg. Vooral omdat stil zitten bij de kapper altijd wordt beloond met een zakje snoep. Dit keer had hij, vanwege het lange wachten, al een zakje gekregen voordat hij geknipt werd. Om het krijsende jongetje te helpen stil zitten leek het hem dus logisch om een snoepje uit zijn zakje te geven. Maar het jongetje, nog altijd over zijn toeren, wilde niet. Blozend was de lieverd terug gekomen en zei beteuterd ‘Hij wil geen snoepje.’

Horses kissingAl die tijd had het meisje Julian via de spiegel in de gaten gehouden. Toen ze klaar was zat aan elke kant van haar halflange haar een mooie vlecht. Ze liep trots langs ons naar haar moeder, ik glimlachte naar haar en prees haar mooie coupe. Haar hysterische broertje had iedereen inmiddels zover gekregen dat hij met rust werd gelaten. Met zijn drieën vertrokken ze naar boven waar de moeder nog gekapt zou worden. Julian liep het meisje achterna de trap op, maar ik riep hem terug. Er zou dadelijk iemand bij ons komen om hem te knippen, hij moest nog heel even wachten. Door de open traptreden zag ik dat het meisje weer naar beneden kwam. Ze was iets groter dan Julian en kon ook iets sneller traplopen. Keurig vroeg ze of ze er langs mocht toen ze Julian moest passeren. Julian zei ‘Ja’ en maakte wat ruimte zodat ze er makkelijk langs kon. Ik was vertederd door hun beleefdheid.

Maar het tij keerde. Het meisje ging voor mijn neus op een kruk staan en zei ‘Ik mag op stoelen staan thuis.’ Wat doe je dan? Het is mijn kind niet, ik ben geen familie van haar en ook niet haar juf. Ik zei dus alleen maar dat dat vast niet waar was. Maar ondertussen had Julian natuurlijk ook een kruk gevonden en als reactie op mijn bevel om van die kruk af te gaan omdat die er was om op te zitten, zei hij ‘Maar dat meisje mag dat ook.’ Het meisje maakte het nog bonter. ‘Ik mag thuis op de tafel zitten’ zei ze. Het kind was vier had ze me net verteld, bijna vijf. Pittig vond ik het. Enerzijds wilde ik antwoorden ‘Nou, bij ons mag dat niet’, maar dan zou ik haar verhaal bevestigen, maar of het door mij gekozen ‘Je bent een jokkebrok’ dan beter was? Tja…

En terwijl ik me op dat moment zat af te vragen hoe dat straks zou gaan als Julian naar school gaat, met wat voor bevindingen hij naar huis zal komen en of hij door interactie met oudere kinderen mijn regels in twijfel zal gaan trekken, kwam de klapper. ‘Daag, stinkerd’ zei het kind opeens tegen mijn zoon. Wat zei ze? In mijn gedachten nam ik me voor haar duidelijk te vertellen dat ze dat soort dingen niet mag zeggen, maar ik deed het niet. Ik voorzag namelijk dat haar moeder dan opeens naar beneden zou komen stormen, diezelfde moeder die haar krijsende kind koste wat kost wilde laten knippen. Die moeder zou mij vast gaan vertellen dat haar kind geen jokkebrok is, niet brutaal en al helemaal geen pestkop. Dus nee, ik koos voor ‘Zo heet hij niet’ waarop Julian gelijk inhaakte en zei ‘Nee, ik heet Julian.’ Het meisje was niet onder de indruk en herhaalde de twee woorden. Ik werd een beetje bang. Horses argumentWeer beelden van Julian, straks op school, teruggetrokken in een hoekje, huilend thuis komen, snikkend vertellen dat hij gepest wordt. O nee, niet mijn lieve Julian, en ter plekke overwoog ik om hem gewoon niet naar school te laten gaan. Maar verrassend, of juist niet, hoorde ik hem op dat moment tegen het meisje zeggen ‘nou daag… viezerik.’

Hoewel ik opgelucht was, bijna trots dat mijn zoon niet over zich heen liet lopen zag ik opeens ook andere beelden: Julian, ontaard in de grootste bullebak van de school, een pestkop, weg empathie voor de minder gelukkigen. O nee, niet mijn lieve Julian.

Nog 3 maanden en dan zal ik hem moeten loslaten in de wondere wereld die basisschool heet. Wat zal er gebeuren met zijn onbevangenheid, zijn goedgelovigheid, zijn hartelijkheid. Zorgen die hij niet deelt, nee, integendeel, hij roept al tijden dat hij bijna naar school mag, hij is er klaar voor! Maar eh … ben ik dat? 😉

Uit archief: 2015, 31 januari

 

© Copyright 2014, All Rights Reserved
%d bloggers liken dit: